
Check out our sponsors!
Hoe het allemaal begon
In 1979 werd door de broertjes Endepoel de eerste wedstrijd tractorpulling bezocht. Al snel werden ze echt met het pullingvirus besmet. De plannen om zelf met een tractor de banen te gaan bestormen werden gesmeed.
In 1983 werd daadwerkelijk begonnen met de bouw van de 1e tractor. Als basis diende de aandrijflijn van een dorsmachine.
Hieraan werd een frame gemonteerd, waarop maar liefst 2 V8 motoren gemonteerd werden. Deze motoren waren standaard exemplaren, zo uit een auto gelepeld.
Hier werden al meteen goede resultaten mee behaald en de eerste Nederlands kampioenschappen in de 2,4 en 3,4 ton werden gehaald.
Eind 1986 werd besloten dat er meer vermogen nodig was. De 3,4 ton zou vanaf nu verreden worden met een extra motor. Zodoende was er een extra 250 pk beschikbaar. Met deze configuratie werden in het seizoen 1987 nog 2 kampioenstitels in de wacht gesleept
Alle successen waren de drijfveer om het groter aan te pakken. Er werd een compleet nieuwe machine opgebouwd in de winter van ’87-’88.
Hier in actie op de thuiswedstrijd in Klundert.
Deze machine werd voorzien van een oerdegelijke achteras met ZF eindvertragingen. Dit om het vermogen van maar liefst 5 motoren te kunnen weerstaan. De machine nam vanaf dat moment deel in de 3,4 en 4,4 ton vrije klasse. De 2,4 ton was vaarwel gezegd. Later zou blijken dat dit niet voorgoed was. Ten opzichte van de eerste machine was er veel onderhoud aan de machine gedurende het seizoen. Dit was het dubbel en dwars waard, want er werden weer veel eerste en tweede plaatsen behaald.
Al in de winter van ’89-’90 wordt een andere machine gebouwd. Dit is dus al de derde versie van de Asterix.
Deze machine werd uitgerust met 6 motoren. Ook werden deze motoren voorzien van “hete” onderdelen en werd voor het eerst Methanol als brandstof gebruikt. Dit om de steeds sterkere concurrentie
het hoofd te kunnen bieden. Vanaf het seizoen van 1990 wordt gestreden in de A-divisie van de NTTO. Omdat in de A divisie het niveau toen al zeer hoog lag, was een betrouwbare machine van groot
belang. Een wedstrijd missen betekende bijna onherroepelijk kansloos voor de titel. Mede door de ervaringen opgedaan uit de 5 motorige machine (hoe het niet moest dus) bleek het team een heel
betrouwbare tractor op de baan te hebben gezet. De “winning mood” wordt voortgezet, met als bekroning een Nederlands Kampioenschap in 1991 en 1993.
In 1994 wordt begonnen met de 4e Asterix. Dit zou een 8 motorige machine worden. In de lichte klasse werd er een motor afgenomen om het gewicht van 3,4 ton te kunnen halen. De concurrentie zat echter ook niet stil en zodoende was het elke wedstrijd een regelrechte strijd. Wisselende successen werden behaald, met een 2e plek in het NK in 1996 als hoogtepunt voor deze machine.
Er is meer vermogen nodig om, vooral in de 3,4 ton, de concurrentie bij te kunnen benen. De tractor moet op dieet. Er moet 250kg worden gewonnen, om de 8e motor te kunnen behouden in de 3,4 ton.
Dit wordt gedaan in de winter van ’98-’99.
Spatborden, wielen en motoren moeten worden vervangen of worden afgeslankt. De machine blijkt in deze hoedanigheid zeer succesvol en vooral betrouwbaar.
Het team is, onder andere vanwege drukke werkzaamheden op zaterdag, weer terug bij de roots, de NTTO B-divisie. Hier worden met de 8 motorige tractor nog diverse Nederlandse Kampioenschappen
behaald.
Aan het eind van seizoen 2003 gaat ook deze tractor met pensioen. Seizoen 2004 wordt er door omstandigheden niet gereden door het team. In 2005 wordt wel een begin gemaakt met de volgende versie van de Asterix. We gaan weer terug naar de 2,5 ton. Ditmaal met 5 motoren. Deze verbouwing is een verhaal apart:
Peter Moerman was al sinds jaar en dag lid van het team. Het was de droom van Peter om ooit zelf een tractor te bezitten. Zodoende is hij begonnen met de bouw van Jolly Jumper. Een vrije klasse tractor met 1 bullige Detroit Diesel 8V71 motor.
De ideeën die Peter had over de lucht en brandstofvoorziening van deze motor bleken technisch niet haalbaar. Daarom heeft het jaren geduurd voordat deze machine op de baan kwam. Tijdens een run in 2004 sneuvelde de motor door een te hoog opgelopen temperatuur. Omdat Peter plannen had om te emigreren werd het roer daarna radikaal omgegooid. Op het frame van Jolly Jumper zouden 5 motoren met een gedeelte van de aandrijflijn van de Asterix komen. Deze verbouwing was in augustus 2005 afgerond en er kon nog net 1 keer aangehaakt worden in Bakel. .
De bevestiging van de achteras bleek te zwak en de as kantelde in het frame. Ondanks de kleine teleurstelling bleek de test in Bakel toch geslaagd. In de winter die volgde, werd de machine
gespoten in de vertrouwde kleuren en voorzien van de spatborden van de 8 motorige versie.
Ook werd een 6e motor opgebouwd, welke in de 3,5 ton werd bijgeplaatst. Het was weer een hele tijd geleden dat er tussen de 2 klassen gesleuteld moest worden, maar ook deze keer bleek het een
gouden zet. Er werd weer een Nederlands Kampioenschap gehaald, dit maal in de 3,5 ton.
Er werd nog in 2007 en 2008 met deze machine deelgenomen in de 2,5 en 3,5 ton.
Deze machine had nogal de neiging te gaan springen en had niet het karakter van de eerdere versies van de tractor. Deze stonden altijd bekend als machines met op elke baan een goede balans met mooi runs als gevolg. Het was dan ook tijd voor alweer een nieuwe machine, wilden we de concurrentie bij blijven. Ondertussen waren er al enkele aluminium motorblokken aangeschaft, om ooit met 6 motoren in de 2,5 ton te kunnen gaan rijden.
Direct na de wedstrijd in Bettborn, Luxemburg in 2008 werd een begin gemaakt met de nieuwbouw. Het zou een heel ander concept worden qua frame opbouw dan we gewend waren. Dankzij computer
techniek en secure snijtechnieken konden we getekende en gesneden componenten als een soort puzzel in elkaar zetten. Bijvoorbeeld de motorophangingen waar zelfs de boutgaten voor de montage van
de motoren al in gesneden waren vergemakkelijkten de opbouw enorm. Er werd op elke kilo gelet. Ook werd een achteras behuizing van plaatstaal gemaakt, puur om gewicht te besparen.
Het was toch nog een race tegen de klok om op tijd klaar te zijn voor het begin van het seizoen.
Made zou de eerste wedstrijd zijn. Made had dat jaar voor het eerst de vrijdagavond in het
programma. Wij hadden voor die avond een demo aangevraagd om te kijken wat de nieuwe tractor zou doen. Het moment van wegen gaf al een opluchting. 40 kg over. Toen we geroepen werden door de
beginvlagger sloeg helaas het noodlot toe. De enige as van de aandrijflijn die niet vernieuwd was tijdens de nieuwbouw, sneuvelde tijdens het starten van de voorste motoren.
Dit is ook gelijk de moeilijkst te vervangen as van de tractor. Het is de doorgaande as van de onderste crossbox. Vervangen ervan duurt
onder normale omstandigheden toch zeker 4 dagen.
Daar stonde we dan in Made met een kapotte machine. De 1e wedstrijd over 40 uur. Na even overlegd te hebben besloten we toch te gaan proberen die zondag in Made aan de start te komen. De as hadden we gelukkig wel op voorraad. Op die vrijdagavond hebben we de halve tractor gestript: 4 motoren verwijderd, koppeling gedemonteerd, crossbox verwijderd en de boosdoener hieruit gehaald. De flens van deze as waar het vliegwiel op gemonteerd zit zit met een extreme krimppassing gemonteerd. Om deze flens te kunnen demonteren, moet de as uitgehold worden. Ook dit werd diezelfde avond/ nacht nog gedaan. ’s Morgens vroeg met alle nieuwe spullen naar de toenmalige werkgever van Edwin, Kuiken in Numansdorp gereden om de as in elkaar te zetten. Dit is een spannend klusje. De flens moet verwarmd worden tot 250 graden C, maar net achter de te monteren flens, zit een oliekeerring die niet beschadigd mag worden. Er mag ook geen lijm tussen lopen die bij de montage gebruikt wordt. Met de 100 ton pers kwam dit goed. Daarna snel naar de schuur gereden, de as tussen de centers geplaatst en de vliegwielflens netjes gevlakt. Toen kon alles weer in elkaar gezet worden. Om 22:00 liep de tractor weer en konden we met een gerust hart gaan slapen.
De volgende dag in Made dus de maiden run. Deze verliep werkelijk voortreffelijk voor ons.
We hadden voor het eerst alle motoren voorzien van injectie in plaats van de carburateurs waar we eerder mee reden. Met de
wetenschap dat we hier een nieuw leerproces mee ingingen, viel de prestatie van de 1e run dus niet tegen. Ook de 3,5 tot die later op de dag werd verreden verliep goed. Een derde plaats! Met deze
machine waren we klaar voor de komende seizoenen. We hadden er vertrouwen in! In de motoren zit nog genoeg potentieel om het vermogen op te schroeven. Al zal in 2010 blijken dat dit niet altijd
vanzelf gaat….